Werktuig uit de prehistorie: een dissel

Archeologisch onderzoek binnen Zuiderloo heeft een breed scala aan dierlijk botmateriaal uit de midden- en late bronstijd opgeleverd. Het botmateriaal is soms gebruikt voor het vervaardigen van werktuigen. Zo is een geweibijl gevonden voor het bewerken van hout, een bobbelkam van been en twee eikenhouten stampers die in verband worden gebracht met het bewerken van organisch materiaal zoals vlas en vezels.

Opmerkelijk is de vondst van een dissel, een stuk gereedschap gemaakt van bot van een noordkaper, een walvissoort.

Bij het verdiepen van een grote waterkuil werd een bijzonder voorwerp aangetroffen. Het voorwerp is gevonden op de bodem van de kuil, in een vulling uit de eerste gebruiksfase. De waterkuil bevond zich op de oostelijke flank van een duintje naar een natuurlijke laagte in het zuidoosten van het onderzoeksgebied. Nader onderzoek maakt duidelijk dat het voorwerp bestaat uit een bewerkt bot dat aan beide uiteinden spits toeloopt met een gat met resten van een houten steel.

Gebruikssporen op het voorwerp laten zien dat het intensief is bewerkt en gebruikt. Er is moeite gedaan om het voorwerp in vorm te krijgen en af te werken. Het langdurig gebruik heeft zijn sporen op zowel het benen deel als de houten steel van het voorwerp nagelaten. Het is uiteindelijk in een waterkuil terecht gekomen die nog in gebruik was.

  • Het bot werd aangetroffen op zijn kop in de kuil en is bij het verdiepen herkend doordat het uiteinde van de eikenhouten steel in het vlak zichtbaar werd.

De sporen aan de werkranden op de uiteinden van het voorwerp zijn vettig, maar ook op plekken glad. De rand is afgerond en er zijn krassen te zien in de glans. Dit wijst op contact met plantaardig materiaal. Aangezien de randen afgerond zijn, is het werktuig niet gebruikt om mee te hakken. Er moet eerder gedacht worden aan het bekloppen of op een andere manier bewerken van plantaardig materiaal. Het voorwerp is gezien de gebruikssporen in ieder geval intensief gebruikt.

Beschrijving

Het werktuig is langwerpig van vorm met aan beide uiteinden een asymmetrische, disselachtige snede. De totale lengte is 33 cm en de maximale breedte is 6 cm. In het midden van het voorwerp bevindt zich een vierkant gat van 2 x 2 cm waarin, onder een schuine hoek, een steel heeft gezeten. Op het dikste punt is het bot 3,5 cm dik. Het oppervlak is aan de bovenzijde glad en glanzend. Het oppervlak van de onderzijde is onregelmatiger van textuur waarbij de spongieuze botstructuur te zien is. De steel is in het werktuig gefixeerd met een wig van wilgenhout. Die is aan de voorzijde tussen het bot en de houten steel gestoken en is gemaakt van de buitenkant van een wilgentak. De steel zelf is gemaakt van een bewerkte eikenhouten tak. De tak is verdikt op 2 cm vanaf de bovenkant. Hier is een knop aangebracht met behulp van een scherp metalen voorwerp. De afwerkingssporen op de knop zijn vrij grof en functioneel.

Vanaf heden te zien als nieuwe aanwinst in het museum.

De dissel is opgegraven door Archol – met behulp van vrijwilligers van Archeologisch museum Baduhenna – en geconserveerd door Vesta Conserveringsatelier. Met hun medewerking is door Tijdlab, een bedrijf dat archeologische verhalen toegankelijk wil maken voor een breder publiek, een replica gemaakt die door Vesta is geschonken aan Baduhenna.

De originele dissel zal samen met de voetstap in september tijdelijk verhuizen naar het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden, waar vanaf 18 oktober tot en met 16 maart 2025 een grote overzichtstentoonstelling over de Bronstijd te zien is:  Bronstijd – Vuur van verandering’.