Land ontstaat
Het noordwesten van Nederland kenmerkt zich door een dynamisch kustlandschap. Strandwallen en strandvlaktes wisselen elkaar af. De oudste strandwal is die bij Sint Pancras, de jongste die waarop Egmond is gelegen. De strandwallen zijn ontstaan tijdens de uitbouw van de kust in westelijke richting. Wanneer een zandlichaam boven gemiddeld hoogwater komt te liggen, kan een strandwal ontstaan. Zodra een zandlichaam droog komt te liggen, heeft de wind vrij spel. Het gevolg is duinvorming. Strandwallen liggen parallel aan de kust en vertonen een min of meer langgerekte vorm. De haakwallen bij Bergen vormen daar een uitzondering op. Hier zijn door inwerking van het zeegat bij Bergen strandwallen ontstaan die haaks op de kustlijn liggen, vandaar de naam.
De strandwal waarop Heiloo is gelegen, begint ongeveer bij Limmen en loopt door tot Alkmaar (ongeveer tot aan de Grote kerk). In Heiloo is bewoning aangetoond vanaf 1500 v. Chr. Men neemt aan dat de strandwal circa 2500 v. Chr. is ontstaan. Misschien dat er onder het stuifzand nog oudere sporen liggen, maar die zijn nog niet ontdekt.
Meer over het landschap kunt u lezen op deze website: Geologie van nederland.nl
Bron: Illustratie TNO (klik op de foto om te vergroten)
Omringd door moeras en veen
Tussen de strandwallen liggen de strandvlakten. Wat de strandwal van Heiloo betreft, is dat de strandvlakte ten oosten van de Kennemerstraatweg, namelijk tussen Heiloo en de strandwal van Akersloot. Aan de westkant is een strandvlakte tussen Heiloo en Egmond gelegen. Door het ontstaan van de strandwallen is het achterliggende gebied afgesloten geraakt van de zee. Op de strandvlakten kon daardoor veen ontstaan. Soms heeft de zee echter een strandwal doorbroken, waardoor de zee tijdens bijvoorbeeld een overstroming, klei op de strandvlaktes kon afzetten. Dit zien wij ook terug in het bodemprofiel op de strandvlakte aan de oostkant van Heiloo. Aan de westkant van Heiloo heeft een kwelderachtig landschap gelegen. Dit bleek in de prehistorie bijzonder geschikt om hier de koeien te laten weiden. In dit deel van Heiloo is veeteelt in de Late Bronstijd vastgesteld, rond 1000 v. Chr.
Bron: website Rijkswaterstaat
Het Oer-IJ
Ten zuiden van Heiloo is het Oer-IJ estuarium gelegen. Rond het jaar 0 verlandde het voormalige getijden-systeem. De monding van de hoofdgeul lag ongeveer tussen Heemskerk en Castricum. Kleinere zijtakjes waaierden uit in noordelijke richting. Aan weerszijden van Heiloo zijn voormalige aftakkingen in de bodem vastgesteld. De hoofdgeul van het Oer-IJ was zeker een belankrijke vaarroute in de prehistorische tijden en verbond het achterland met de regio.
Bron: Regiowerkgroep Oer-IJ
Mens en landschap
Zowel de droge, zandige delen, als ook het natte, soms ontoegankelijke gebied aan weerszijden van de strandwal heeft deel uitgemaakt van de wereld van de prehistorische mens. We weten niet hoe de mensen over hun landschap dachten. Bij archeologische opgravingen vinden we vaak sporen van landgebruik in de prehistorie. Een nederzetting is nog niet terug gevonden. Veel aandacht gaat uit naar de droge delen van de strandwal. Maar ook in de lager gelegen delen, de strandvlakten, is de aanwezigheid van mensen aangetoond. Af en toe komen toevalsvondsten aan het licht, zoals in 2005 de kano van Uitgeest. Deze is gevonden tijdens graafwerkzaamheden voor een tunnel. De palenkrans bij het Maalwater op de oostelijke strandvlakte van Heiloo is net zo een toevalsvondst. Dit soort ontdekkingen maken duidelijk dat ook de lage delen in het landschap waardevolle archeologische kennis bevatten.
Palencirkel Zuiderloo