Willem Peereboom – TEGELS!
Willem Peereboom – “Over tegels”. Lezing in het kader van Open Monumentendagen 2019
Het is vrijdagavond en om 20.00 uur stroomt een select gezelschap de zaal binnen. Fons Morsch, de voorzitter van Baduhenna, heet ieder van harte welkom en introduceert de spreker. Ook persoonlijke aspecten zullen belicht worden. Het zal niet alleen over tegels gaan want dat kan gauw te saai worden voor het publiek. Willem belooft wat, want hij heeft geleerd van Youp van ’t Hek!
In het eerste deel van deze causerie vertelt Willem zijn levensverhaal en hoe het allemaal is gekomen. Hij heeft nog veel gedetailleerde herinneringen van zijn levensgeschiedenis die zijn start heeft gekend in de periode van de Tweede Wereldoorlog. Hij is ook veel en vaak verhuisd, heeft carrière gemaakt van loopjongen tot zijn eigen bedrijf. Hij heeft kennis gemaakt met de natuur, de kunst en sport. Hij wijst op het grote belang van een netwerk. “Dan weten ze je te vinden”. Het is ook fijn, door je zelf verdiende geld, een auto te bezitten, want “dan kom je ergens”. Ook meldt hij toevallige ontmoetingen en omstandigheden die hem tegels en relaties hebben opgeleverd. Regelmatig vertelt hij over tegels die hij aantrof, los heeft gehakt (“gesloopt”) uit huizen die op de nominatie staan om te worden gesloopt of die hij min of meer toevallig tegen kwam. Er is meer tussen hemel en aarde! Zo ook een tweetal bij elkaar passende tegels die hij toevallig kon herenigen, of een uniek exemplaar – een nummer 1 uit een serie. Ook tegels die gezamenlijk een ‘stripverhaal’ vormen.
Hij vertelt, deels op basis van getoonde beelden, over de namen van de lieden die staan afgebeeld, b.v. ‘Leuke Joost’ en ‘Kwastig Jobje’. Het betreft veelal randfiguren uit de samenleving: “Snaken en Koningen” (heb ik dit goed verstaan?) of krijgsheren. Het uitzoeken van herkomst en betekenis van de tegels was aanvankelijk een ingewikkelde zaak, wat makkelijker werd toen internet beschikbaar kwam. “Documentatie is altijd nuttig.”
Na de pauze lopen we een serie geprojecteerde foto’s door, niet alleen van tegels, ook schilderijen, borden en schotels. Vaak krijgen we daarbij een lesje geschiedenis vanuit de VOC-tijd of Rusland tijdens de Tweede Wereldoorlog. Willem licht details toe van de tegels die op het doek verschijnen. Het gaat over tortelduifjes, diersoorten, bleekveldjes, galjoenen, schutters, lansiers, tulpen en een “dame die vreemd uit haar ogen kijkt”. Willem licht ook met voorbeelden toe hoe de tegel is gerestaureerd. Op de vraag uit het publiek of daarmee de museum-waarde niet wordt verminderd volgt het antwoord dat het doel is de “uitstalling” van de tegel te bevorderen. In “schoonheid teruggebracht”; hij wordt er niet meer waard door. Bovendien, de restauratie is ook makkelijk weer ongedaan te maken. Naast de lichtbeelden heeft Willem in de hal tegels tentoongesteld en in de zaal komt een mooie tegel uit de koffer. In zijn slotwoord spreekt hij de wens uit dat hij ons deze avond heeft vermaakt met zijn verhaal. Het antwoord volgde in het applaus.
Fons Morsch spreekt zijn dank uit, vooral ook voor de kleurrijke frase: “De Mona Lisa van Antwerpen”. Dank gaat ook uit naar de gastheren van de Historische Vereniging.
Hij wijst op de tweedaagse opening tijdens de Open Monumentendagen waarvoor een speciale tentoonstelling is ingericht over Klei-pijpen.
Hij wenst allen “wel thuis en tot een volgende keer!” en nodigt uit voor een hapje en een drankje.
Na deze avond denkt niemand meer neerbuigend, ‘ach een oude tegel’. Nee, iedere tegel heeft zijn eigen verhaal! We hebben nu de inleiding gehad.