Heiloo in de periode 1350 – 1550

Uit deze periode de schijnwerper op het klooster De Blinken en een gebeurtenis rond kasteel Ter Coulster.

Het klooster De Blinken.

Op de grens van Alkmaar en Heiloo bij de bocht in de Westerweg heeft gedurende anderhalve eeuw – van 1420 tot 1571 – een aanzienlijk klooster gestaan. Het klooster werd vanwege het uitzicht op de duinen bekend onder de naam “De Blinken”, hoewel het in de documenten steeds wordt aangeduid als ondermeer “Convent der Regulieren van Sinte Willebrorts Cloester buten onser Steden”.

Vogelvlucht van het klooster De Blinken en kasteel Cranebroek door W.J. Hofdijk naar de manuscriptkaart van Laurens Pietersz. voor 1564.

De verwoesting van kasteel Ter Coulster.

In 1515 is Karel V Heer der Nederlanden. Door huwelijkspolitiek van eerdere generaties wordt Karel vervolgens koning van Spanje en keizer van het Duitse Rijk. Onder Karel V worden sommige delen van Nederland (Gelre, Groningen en Friesland) onderworpen in jarenlange oorlogen, die bekend staan als de Gelderse oorlogen (1502 – 1543). Ook Heiloo wordt getroffen door deze strijd, in het bijzonder het kasteel Ter Coulster.

Begin 16e eeuw wordt het kasteel Ter Coulster bewoond door Maria Ter Coulster, gehuwd met Pieter van Ruiven.  In 1517 komt een leger van Friese rebellen en Gelderse huurlingen, onder leiding van de beruchte   Donia (‘Grutte Pier’) bij Medemblik aan land en zetten zij – en passant Opperdoes en Twisk platbrandend – koers naar Alkmaar, “onderwegen doodslaande, roovende, verbrandende al wat haar voorquam”. Alkmaar, een stad die na een opstand in 1492 gedwongen was geweest haar stadsmuren te slopen, krijgt het zwaar te verduren; na een week lang plunderen wordt de stad in brand gestoken.

“De dapperheid van Grote Pier”  anno 1516, Olieverf op doek van  Johannes Hinderikus Egenberger, (Arnhem 1822 – Utrecht 1897)

Op de terugtocht, 24 juni1517, heeft ‘de Zwarte Hoop’, zoals deze bende ongeregeld werd genoemd, ook Ter Coulster “in koolen” gelegd, ofwel afgebrand. In de gracht is nog een aantal stenen kogels gevonden die uit deze tijd dateren.

Ter Coulster wordt vervolgens door Maria’s dochter, Josine van Ruijven en haar echtgenoot Anthonis van Zuijlenvan Nijevelt, schout van Alkmaar, hersteld en opgebouwd, overigens om onduidelijke redenen tegen de wil van Maria. Maria van den Coulster draagt Ter Coulster in 1523 over aan haar kleinzoon, Gerrit van Zuijlen, zij het onder de conditie dat zijn ouders, Josine van Ruijven en Anthonis van Zuijlen, “haerluyder levenlanck” zouden mogen blijven wonen in de helft van het huis.

J. Schijnvoet – 1711 Collectie Regionaal Archief Alkmaar
Enkele objecten uit deze periode, te bewonderen in ons museum.