Heiloo in de periode 1550 – 1600
In deze periode begint de opstand tegen Spanje. De aanleiding is het strenge optreden van Philips II tegen de mensen die kiezen voor het protestantse geloof. De Nederlandse gewesten vallen ten prooi aan grote politieke en sociale onrust. Heiloo telt in de tijd ongeveer 600 inwoners.
Door het strenge optreden van de overheid tegen de aanhangers van het protestantisme preken steeds meer voorgangers in de buitenlucht, de zgn. hagenpreken. Volgens de overlevering heeft zo’n hagenpreek plaatsgevonden in het Heilooër bos op de plek die de Preekstoel wordt genoemd. Een bekende hagenprediker was Jan Arentsz, een mandenmaker uit Alkmaar.

Philips II stuurt in 1567 de hertog van Alva naar onze streken om naar aanleiding van de beeldenstorm orde op zaken te stellen. Ook Heiloo krijgt bezoek van zgn. commissarissen die onderzoek doen naar de gang van zaken in de zomer van 1566: “Verslag van een verhoor”.

Broeder Wouter Jacobsz. Maes van het klooster Ter Lely in Amsterdam houdt van 1572 tot 1579 een dagboek bij over deze turbulente tijd. In zijn dagboek verhaalt hij verschillende keren over nieuws dat uit Heiloo afkomstig is: “een ooggetuigenverslag van de troebelen”.

Ook in de gebeurtenissen rond het beleg van Alkmaar komt Heiloo enkele keren ter sprake, o.a. de verwoesting van de Witte Kerk in 1574.

